Op p. 134 onderaan in Interactie vraagt men waaruit je kunt afleiden dat er per seconde gemiddeld evenveel excitaties als recombinaties plaatsvinden.
Klopt het dat dit is omdat er telkens als een elektron ontsnapt uit de covalente binding, er een positief gat onstaat en de exitaties en recombinaties dus processen zijn die altijd bijna gelijktijdig plaatsvinden?