Er is gegeven dat de warmte ontwikkeld in hetzelfde tijdsinterval in de weerstand R_3 het dubbel is van de hoeveelheid warmte ontwikkeld in R_1 en R_2 samen.
In formulevorm is dit:
P_3 = 2 (P_1 + P_2).
Omdat de vermogens P_1 en P_2 gelijk zijn, wordt dit:
P_3 = 2 (P_1 + P_1) = 4 P_1.
De vermogens uitdrukken met behulp van stroomsterktes geeft:
R_3 . I_3^2 = 4 . R_1 . I_1^2.
Omdat I_1 = I_2 en I_3 = I_1 + I_2 krijgen we:
R_3 . (2 . I_1)^2 = 4 . R_1 . I_1^2.
Hieruit volgt dat R_3 = R_1.
Alle drie de weerstanden zijn dus gelijk aan elkaar.
-
This reply was modified 7 years, 9 months ago by Dirk Geeroms.
-
This reply was modified 7 years, 9 months ago by Dirk Geeroms.