Maud Verstraeten

  • Beste

    Ik heb oefening 28 op een andere manier proberen op te lossen, omdat u zei dat deze methode korter was. Maar nu kom ik uit op twee vergelijkingen met drie onbekenden.

    Moet ik een aparte VLD maken voor  en  om  en  te kunnen bepalen? Mijn berekeningen heb ik in de bijlage toegevoegd.

    Met vriendelijke groet,
    Maud Verstraeten

  • De oplossing zegt dat bij c Vy gelijk is aan -60,4. Ik heb mij y-as naar onder gekozen en kom 60,4 uit, kan dit? In bijlage staat een foto van mijn oefening.

    mvg

    Maud Verstraeten